“Ik denk digitaal, dus ik ben”

 

 

Ik denk, dus ik ben is het bekende adagium van de Franse filosoof René Descartes. Deze stelling dateert uit de 17de eeuw en die ligt in dit computertijdperk al lang achter ons. Onze identiteit of  “wie we zijn” bestaat niet enkel meer uit een fysieke aanwezigheid of een papieren identiteit (zoals het Ausweis tijdens de Duitse bezetting in de tweede wereldoorlog). Onze identiteit zit nu vastgeankerd in de virtuele realiteit van sociale media, bankapplicaties, mailadressen enzovoort.

 

Professor Douglas Rushkoff schreef in zijn werk Throwing Rocks at the Google Bus dat we overal in de digitale dimensie sporen nalaten van onze identiteit, en dat de kans alsmaar groter wordt dat deze sporen opgepikt, gebruikt en misbruikt worden. Om even over na te denken…
Door de ingrijpende digitalisering van ons persoonlijk leven wordt onze identiteit dus vooral zichtbaar via onze transacties in Cyberspace. Bankapplicaties zeggen hoe rijk we zijn, onze foto’s op Instagram vertellen in welke gemoedstoestand we ons bevinden. Onze fysieke identiteit heeft een alsmaar belangrijkere verlenging in de virtuele wereld. Deze identiteits-extensie wordt in eerste instantie beschermd met paswoorden. Dashlane – een bedrijf dat oplossingen biedt om paswoorden te beheren- heeft berekend dat er in 2020 gemiddeld meer dan 200 accounts per Internet-gebruiker zullen zijn. En dus evenveel (meestal onveilige en makkelijk te hacken) paswoorden. Ik heb de mijne snel even geteld en met tien vingers kom ik er niet, ik heb wel tien handen nodig. Bovendien lijken we allen geneigd te zijn om de controle en beveiliging van onze digitale identiteit op te offeren voor gebruiksgemak en transactie-comfort. Uiteraard is dit een serieuze bedreiging van de authenticiteit (zeg maar “echtheid”) van onze digitale identiteit, ook al zijn we daar voor een stuk zelf mee schuldig aan.

Historisch was het de overheid die erover waakte dat onze identiteit kon geverifieerd worden. Dat is nu maar gedeeltelijk meer waar.Verschillende partijen vormen een eco-systeem waar onze digitale identiteit al dan niet kan gevrijwaard worden : financiële instellingen, telecombedrijven, e-commerce bedrijven, uitgevers, nieuwssites, en veel meer. Dit vraagt van al deze spelers een complete transparantie in hun activiteiten en aanbiedingen, om zo de eindgebruiker toe te laten op een veilige manier met hen om te gaan. Duidelijk daarbij mag zijn dat de controle over de identiteit en de persoonlijke levenssfeer bij de eindgebruiker moet liggen. Nieuwe technologieën zoals Blockchain zullen dit meer en meer mogelijk maken. Want vergeet niet : criminelen in de “echte” wereld zullen ook criminelen zijn in de virtuele wereld. Niets menselijk is ons vreemd, ook al vergeten we dat te snel in Cyberspace.

In België doet het consortium Belgian Mobile ID -met banken, telco’s en de overheid-al een lovenswaardige inspanning om de gehele bevolking een veilige en gebruiksvriendelijke Cyber-identiteit aan te bieden. Dit is nog maar een begin van de zoektocht naar een welbegrepen digitale identiteit voor iedereen. “Ik denk digitaal, dus ik ben”. Cogito cum digitis, ergo sum : dat zou dan nu in het Latijn het aangepaste adagium van Descartes zijn. Ook om even over na te denken…

Kris Poté, vice president Capgemini, augustus 2018.