
Sociale media bieden een fysieke afstand, een soort bescherming. Net zoals onze wagen een harnas is dat bescherming biedt tegen andere chauffeurs, waardoor we makkelijker vieze gebaren gaan gebruiken of “verkeersagressief” zijn. Facebook en Twitter zijn discussiefora waar makkelijk anonimiteit heerst, waar je een “avatar” met een nepnaam kan zijn zoals lang geleden op “Second Life” (wie herinnert zich dat nog ?), en waar je geen onmiddellijke vrees moet hebben voor lijf en leden. Bepaalde psychologische barrières vallen dan weg en halen diepe verborgen emoties uit een mens.
Komt daar bij dat berichten op sociale media zeer vluchtig zijn. Je schrijft iets in een opwelling en het wordt al meteen overspoeld door talloze reacties en antwoorden. Niemand zal echter merken dat je jezelf vaak tegenspreekt of ronduit de waarheid omzet in een leugen. De oude Latijnse spreuk van “verba volant, scripta manent” is hopeloos achterhaald op sociale sites. Facebook staat bol van narcistische hyperbolen en zelfverheerlijking, of van platvloers pesten of grofgebekt tegenspreken. Tegenspreken, jawel. Want op sociale media spreken mensen schrijvend : ze schrijven in spreektaal. En juist dat laat toe om emoties vlugger en scherper te ventileren.
Mochten alle gebruikers van sociale media ook echt bewust zijn dat hun geliefd medium eigenlijk berust op een commercieel model (er wordt door een heel beperkte groep mensen geld aan verdiend dus), dan zouden misschien enkele ogen open gaan. Misschien, want velen van ons trekken zich daar geen bal van aan. Neemt niet weg dat de eigenaars van sociale media sites moeten waken over deontologische codes en moeten ingrijpen om hun medium beschaafd te houden. Daarin schieten ze vooralsnog te kort. Achter sociale media schuilen IT giganten die zouden moeten beantwoorden aan de (wettelijke) verplichtigen van klassieke mediabedrijven. Wie in de politieke klasse durft daar aan beginnen ?
Facebook toch in het echte leven meemaken? Ga gewoon naar een jeugdvoetbalwedstrijd in regionale reeksen en hoor hoe ouders (jawel) daar tieren op de scheidsrechter, de tegenstander en zelfs de eigen kinderen : racistisch, denigrerend, agressief, het eigen groot gelijk, “quoi?” Scheldboek. We gedragen ons in “real life” vaak niet anders dan op “social life”. Driewerf helaas.
Kris Poté, vice president Capgemini, 17/1/2018 (gepubliceerd in PUB, zie ook www.pub.be/nl/scheldboek