Het e-commerce sprookje

Er was eens, nog niet zo lang geleden, een Waalse partijvoorzitter die wenste dat er in België een e-commerce uitstap zou komen, net zoals de kernuitstap. Een politicus die anno 2022 dit soort uitspraken doet, heeft daar wellicht een duidelijke politiek agenda voor. Maar economisch en ook maatschappelijk past dit niet in die politieke agenda. Laat ons dat even verklaren.

E-commerce is uiteraard een ruim begrip. We kennen allemaal Amazon of Bol.com, maar er zijn ook online apotheken, maaltijdleveringen en bekende merken als Torfs of Veritas. Recente cijfers van Safeshops.be (de groepering van Belgische E-commerce bedrijven) zijn zeer verhelderend. In 2021 werd er voor 11 miljard euro gekocht in Belgische webshops, een groei van 33%. Het aantal Belgische webshops steeg met 17,5% tot 56.642. Daarvan zijn er bijna 1.500 online shops die een omzet realiseerden van meer dan 10 miljoen euro. Even een vergelijking om de steile groei van e-commerce te duiden: sinds 2008 is het verhandelde verkoopsvolume gestegen met 220%, dat van de volledige detailhandel met 15,6%. Volgens het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) wijst dit op een explosief groeiende markt voor online verkoop in ons land. Een niet te onderschatten nieuwe sector van onze economie, die ook in de toekomst agressief zal groeien.

De vraag naar e-commerce is er dus, het Belgische aanbod is echter een heikel punt. We kopen online nog steeds vooral bij buitenlandse e-commerce spelers. Is dat een probleem? Voor de lokale economie en tewerkstelling wel. Volgens berekeningen van het VBO loopt ons land per jaar 1 miljard euro omzet mis, en per jaar ook nog eens 6.000 arbeidsplaatsen. Dat kan tellen. Het competitief voordeel van de buitenlandse e-commerce spelers ligt hem in het nachtwerkstatuut. We zijn allemaal consumenten die de dag zelf of uiterlijk een dag later ons online bestelde pakje willen geleverd zien. Dat kan enkel door nachtwerk. Nachtwerk start in de meeste van onze buurlanden om middernacht, en stopt om 5 uur ’s morgens. In België is dat van 20u tot 6u, en dat maakt het hele logistieke proces veel duurder door toeslagen op nachtwerk, die tussen 25 en 40% kunnen liggen. Daarom pleiten werkgevers voor een harmonisatie van het nachtwerkstatuut met de buitenlandse statuten, om zo het competitienadeel weg te werken.

Vakbonden en sommige politieke partijen zien dit anders. Nachtwerk is ongezond, grote e-commerce spelers hebben veel opslagruimte nodig en met de “betonstop” wordt dat moeilijk, en geschikt personeel vinden is zelfs nu al buiten de e-commerce een hele uitdaging. De politieke- en werknemersagenda botst dus serieus met die van de werkgevers. Nu is België wel bekend om zijn politieke diversiteit, nog bekender is het Belgisch compromis. Kan dat hier dan niet helpen? Nachtwerk is zeer geschikt voor lager geschoolde werknemers, de nachturen zouden al tenminste op de helft van het buitenlands gemiddelde kunnen gebracht worden, en de vraag van de consumenten zal enkel maar toenemen. De bevolking wordt meer en meer “tech savvy” en heeft geen moeite meer met e-commerce.

Helaas, het sprookje eindigt voorlopig hier. In een democratie beslist de kiezer. Zolang die vrij spel laat voor de ene of de andere kant, zal het e-commerce dilemma in ons land niet opgelost geraken. We kunnen enkel afgunstig kijken naar de ons omringende landen waar het wel lukt. En vakbonden en werknemers, ze leefden lang en gelukkig…

(Kris Poté, vice president Capgemini, 1 juni 2022)