Mijn dagen in Marrakech

 

Einde 2018. In Belgie wintert het. Voor zonnig en warm weer op het noordelijk halfrond moet je al ver vliegen. Dus werd de besteming deze oude woestijnstad in de schaduw van het Marrokaanse Atlas-gebergte. Niet echt lang, drie dagen maar. Maar toch lang genoeg om Marrakech te kunnen afvinken op mijn “bucket list”. Reizen doe je beter met twee, dus ook Veerle ging mee.

Woensdag 26 december 2018

Op tweede Kerstdag vlogen we met TUI het land uit, in één trek naar Marrakech. Een bomvolle vlucht, want deze tot de verbeelding sprekende stad is een “place to be” geworden voor nogal wat Belgen. Ook in onze directe omgeving kennen we heel wat mensen die recent Marrakech bezochten, en op de Menara-luchthaven ontmoetten we bij het uitstappen zelfs een jonge collega van Capgemini. Die was daar ook niet voor het werk… De vlucht duurt wel even (zo’n drie en een half uur), dus ondertussen  de uitstekende “Wat & Hoe” gids lezen (ontleend in de Halse bib, lekker ouderwets in dit Google-tijdperk). De zonnestralende warmte van plus minus 20 graden valt meteen op bij aankomst en voelt rustgevend aan. We hebben nog ruim de tijd voor een wandeling van anderhalf uur, van het hotel naar de Medina (de oude stad). Even rondlopen rond de Koutoubia, de grote moskee van Marrakech, die het richtpunt is voor de hele regio. Vijfentwintigduizend gelovigen kunnen daarin (jawel, en niet-gelovigen mogen er niet in) en het gebouw doet met zijn vierkante toren en praaltoren bovenop wat denken aan de Basiliek van… Halle. Op duizenden kilometers van elkaar en op twee verschillende continenten waren er in de Middeleeuwen architecten die het zelfde dachten. Vreemd toch. Douchen dan in het hotel om het stof van de reis af te spoelen. “Dar Rhizlane” is de naam van dit kleine hotel, een heel authentiek gebouw aan de rand van de Medina, met een prachtige binnentuin en daar middenin een zwembad van kleine blauwe tegeltjes en bloemetjes. Feeëriek is het woord dat past. Woestijnnachten kunnen heel koud zijn, zeker in decembrrrr (sic).  Aperitief dus aan de open haard en de eerste kennismaking met de Marrokaanse keuken in het binnenland. Veel koriander, veel zoete smaken en inheemse kwaliteitswijnen. Meer moet dat niet zijn.

Donderdag 27 september 2018

Het klinkt bijzonder toeristisch (dat geef ik toe), maar de beste manier om een nooit geziene stad te verkennen is met de “hop on, hop off” dubbeldekbus. Vanop de bovenverdieping geef je je ogen de kost en ontdek je de leuke plekjes van de stad. We deden meteen de twee tours die er waren : de “Historique” (langs de centrale, zuidelijke en noordelijke Medina, langs de “Tombeaux Saadiens”, langs de “Bahia” en “El Badii” paleizen, en door de oude zakenwijken net buiten de omwallingen) en de “Oïsis” (achter de noordelijke wallen, door de “Palmeraies” met de vele kamelen -of waren het dromedarissen, want met hun zadel aan kan je dat niet goed opmaken-,  met uitstap aan de magnifieke Jardin Majorelle en het museum van Islamitisch kunst -beetje saai want de moslims beelden geen mensen of dieren af, enkel natuurpatronen-). Onderweg ook even afgestapt in het art déco “Café des Négotiants” in de Gueliz wijk, om daar een obligate kop mierzoete muntthee te gaan drinken. In de buurt van een moskee (en er zijn er daar veel) wordt het hier niet op prijs gesteld om alcohol te nuttigen, en dus passen we ons aan.  Na de bus, het wandelen. Naar en door de stationswijk (met een namiddagcola in de zon bij het “Grand Café”, incluis uitzicht op het gerenoveerde terminus-treinstation), voorbij de grote schouwburg, een kijkje in het lokale sportstadion en zo stilaan weer naar het hotel. Voor het diner ook nog sporten, in de fitnessruimte met een groot scherm en Engels Kerstvoetbal op TV. Zo ver van de wereld ben je hier nu ook weer niet… Voor het diner trokken we met de taxi (steeds eerst onderhandelen over de prijs, anders ben je “gesjost”) naar “Dar Moha”, nabij de Souks (overdekte marktplaatsjes). Een prachtig restaurant, netjes verstopt in een rihad, met enkel lokale spijzen, salades en Berber-muziek op het menu. Echt veel betalen voor dit gastronomisch maal deden we niet, het leven is hier merkelijk goedkoper dan bij ons. En je kan vlot betalen met euro’s. Reken 10 dirham voor een euro en je bent er.

Vrijdag 28 december 2018

Zoals steeds Afrikaans ontbijt met pannenkoeken en honing in het hotel rond 10u, en klaar voor de grote wandeling doorheen de Souks van Marrakech. Via het reusachtige Jemaa El Fnaa-plein met de vele commerçanten (de beste van de wereld, claimen ze zelf) doorheen de vele steeds op elkaar lijkende Souks. Iedereen spreekt je daar aan, wil je de weg wijzen, je iets verkopen, je gidsen, je tonen waar het interessant is : kortom, het wordt eigenlijk opdringerig en soms wat benauwend. Om de vooral jonge kerels van het lijf te houden tussen alle fietsen en brommers in de zeer smalle zanderige steegjes begon ik op de duur steeds te antwoorden met : “On vient de là”. Een elegante truk om de aanklampende “wegwijzende helpers” af te schudden. De uitspraak van de vakantie was meteen geboren : “On vient de là”… Aan de noordelijke wal liepen we uit de stadspoorten, langs de leerlooierijen en de Joodse wijk. Doorstappen maar en langs de Agdal-tuinen en het Koninklijk Paleis (gesloten) terug naar de Koutoubia-plaats voor een snack op het dakterras van een café met zicht op het Atlas-gebergte. Ongeveer 25.000 stappen verder (dank u, Fit-Bit) kwamen we rond 17u terug aan het hotel. Voor het diner deze keer naar hotel “La Mamounia” (samen met het “Royal Mansur” de toplocatie van de stad), in het intieme resaturant met de toepasselijke naam… “Le Marrocain”. In dit luxehotel kom je niks te kort, is er zelfs een dresscode, een Churchill-bar van waaruit de ex premier van Engeland de omgeving op waterverfschilderijen zette, somptueuze tuinen en een casino. Een waardige afsluiter van de avond.

Zaterdag 29 december 2018

Voor het uitchecken om 14u eerst nog een lange wandeling langs de Nieuwe Stad en het Hivernage-kwartier met de vele hotels en een gigantische “mall” of shopping center. Je ziet dat hier overal wordt geïnvesteerd in toerisme. Brede lanen vervoeren de nieuwsgierige toeristen van de luchthaven naar de resorts. Het voelt als Amerikaans of  je waant je bijna in Dubai, inclusief golftereinen, groene sport- en picknickplekken en kamelentochten in een nagemaakte woestijntuin, heel kunstmatig toch. Gelukkig is dit met de uitgestreke Menara-tuinen ook een groene long. Afscheid nemen van het hotel met een wijntje aan de bar en dan richting luchthaven. Het is een Ryanair vlucht en het is vanop een Marrokaanse luchthaven. Dan weet je dat “wachten” en “geduld” de ordewoorden zijn. Aanschuiven in rijen van buiten het luchthavengebouw : dat hadden we nog niet meegemaakt. Gelukkig kon dat geen domper zetten op mijn schitterende dagen in Marrakech !

 

Deze blog werd geschreven door Kris Poté.

Reacties zijn altijd welkom op potekris@hotmail.com of kris.pote@capgemini.com